Integrating?

Click here for information about language schools.

Interview met Robertjan Uijl, directeur-bestuurder Blik op Werk, over een inclusieve samenleving.

Blik op Werk zegt `iedereen moet kunnen meedoen in de samenleving`. Klinkt mooi, maar wat bedoelen jullie hier precies mee? En waarom is het zo belangrijk?

“De samenleving maken we met z’n allen. Ik vind dat we met elkaar ervoor moeten zorgen dat een ieder de mogelijkheid heeft om te kunnen participeren in de maatschappij. Want het wel of niet kunnen particperen wordt voor een belangrijk deel namelijk ook door toeval bepaald. Ik vind het niet solidair als we tegen de groep die langs de zijlijn staat moeten zeggen: `Sorry, je mag niet meedoen`. Bovendien, en dat vind ik misschien nog wel veel belangrijker, mis je een hoop talenten als je groepen mensen uitsluit. Talenten die we in deze krappe arbeidsmarkt hard nodig hebben. Overigens gaat het voor mij niet alleen om betaald werk, maar ook om vrijwilligerswerk of buurtgenoten helpen. Meedoen in de samenleving is voor iedereen van belang. Iedereen wil namelijk het gevoel hebben nuttig bezig te zijn, een bijdrage ergens aan leveren. Dat iedereen mee kan doen is dus goed voor de samenleving en de individuen waaruit de samenleving bestaat.”   

Wat gaat er al goed als het gaat om een inclusieve samenleving?

“Er is, zeker de laatste jaren, meer aandacht voor het feit dat meedoen niet vanzelf gaat. Soms is hulp nodig om het mogelijk te maken. Zo is in de nieuwe Inburgeringswet, die in 2022 van kracht is gegaan, meer aandacht voor participeren in de samenleving. En er zijn meer regelingen om mensen met een arbeidshandicap aan het werk te krijgen. Kijk bijvoorbeeld naar de nieuwe wet die loonwaardemetingen (een meting die de hoogte van subsidie bepaalt die werkgevers kunnen krijgen voor het in dienstnemen van een medewerker met een arbeidshandicap – redactie) beter en toegankelijker moet maken. Tegelijkertijd zie ik in de praktijk dat de werkvloer meer divers wordt.”

En welke aandachtspunten zie je?

“We leven in Nederland in een zeer georganiseerd land. We zijn goed in het optuigen van wetten en regelgeving. Dat is belangrijk, want dat geeft vertrouwen. Mensen weten waar ze aan toe zijn. Tegelijkertijd zien we de laatste jaren dat die regelgeving, ondanks beloften van verschillende kabinetten, erg is toegenomen. We leven in een complexe samenleving en om alles te kunnen ordenen zijn de regels ook steeds complexer geworden. Dit zorgt ervoor dat verandering moeilijk is.”

“Huidige regelgeving maakt het bijvoorbeeld moeilijk om asielzoekers snel aan het werk te helpen. Het gevolg is dat grote groepen die graag mee willen doen aan de samenleving, maar dat niet mogen. Dat is doodzonde. Verder zien we nu door de krapte in de arbeidsmarkt dat de groep die makkelijk naar werk of participatie te begeleiden valt opgedroogd is. Gemeenten proberen nu die mensen te bereiken bij wie het moeilijker is. Denk bijvoorbeeld aan mensen met een psychische handicap of daklozen. In alle voorgaande jaren is er vanuit de overheid weinig contact geweest met deze doelgroepen. Ze zijn aan hun lot overgelaten en daarmee steeds verder van de samenleving af komen te staan. Om die groep te bereiken zal er veel tijd en energie in gestoken moeten worden.”

Wie zijn de belangrijkste spelers in dit proces; wie heeft invloed en kan daadwerkelijk een verschil maken?

Ik zie voornamelijk twee hoofdrolspelers: overheid en werkgevers. Waarbij ik denk dat met name de overheid in eerste instantie aan zet is. Zij moet het mogelijk maken om barrières weg te nemen die het meedoen aan de samenleving voor iedereen belemmeren. Dit kan door regelgeving te versimpelen en te verruimen waar het kan. Maar ook door het aantrekkelijker te maken mee te doen in de samenleving in plaats van langs de kant te blijven staan. Zo kan er bijvoorbeeld gekeken worden naar het vergroten van het verschil tussen uitkering en betaald werk. Werkgevers kunnen zich meer openstellen voor meer divers personeel. Richt je aannamebeleid eropin en verdiep je in de mogelijkheden die er nu al zijn om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen.”

Welke rol heeft Blik op Werk als het gaat om een inclusieve samenleving?

“Er zijn veel organisaties die zich inzetten om iedereen mee te laten doen aan de samenleving. Denk aan taalscholen voor asielzoekers die inburgeren of jobcoaches die werknemers met een arbeidshandicap begeleiden. Ik vind het van groot belang dat de kwaliteit van dergelijke organisaties hoog is. Ze werken namelijk met een kwetsbare doelgroep en die moet erop kunnen vertrouwen dat ze de best mogelijke dienstverlening krijgen. Het is onze taak om de kwaliteit van deze organisaties te garanderen en, waar mogelijk, te verbeteren.”

Robertjan Uijl (1970) is sinds 2020 directeur-bestuurder van Blik op Werk.